Soms voelen mijn dagen alsof ze geleefd worden.
Dan ben ik de auto achteraan op de takelwagen
in plaats van de chauffeur die achterbleef op de pechstrook.
Breek mijn val.
Raap mij op.
Bestudeer mijn stukjes
en beslis om me leuker te vinden
met een hoek af.
(Of twee.)
De vliegtuigen die boven onze hoofden zweefden, speelden OXO in de lucht. Jij supporterde spontaan voor het linkervliegtuig, ik voor het rechter. Toen het jouwe won, wees je me erop dat ik door jouw winst toch ook een beetje gewonnen had. “Want zo gaat dat nu eenmaal bij verliefde mensen, die delen alles.”
Op dat moment besefte ik dat we het samen zouden redden. Het enige dat we misschien nog nodig hadden, was een beetje geluk.
Met een pen in haar hand deed ze wat haar in het dagelijkse leven nooit zou lukken:
het hoofdpersonage redden.
Groeien
Het park was opvallend rustig voor een zomerse zondag. We vonden moeiteloos een plekje onder de imposante treurwilg. Eentje van waar we iedereen konden zien, maar niet gezien konden worden. Jij zette je rugzak neer en toverde een groot laken tevoorschijn. Je legde het zorgvuldig voor ons neer en gebaarde me om te gaan zitten. Ik volgde je instructie en keek tevreden rond. Heerlijk, ons geheime plekje in het groen. Mijn vingers gingen door de lange grassprieten rondom ons. En heel even hoefde ik zelfs niet naar de overkant te kijken om te weten dat ons gras groener was.
De zon haar shift zat er weer bijna op. We legden onze boeken neer zodat we haar konden uitwuiven. Haar laatste zonnestralen vonden een tijdelijke verblijfplaats op ons gezicht. De lucht rook naar mogelijkheden en onze ogen vulden zich met een reflectie van alles wat we konden zijn, maar eigenlijk al waren. Wanneer de zon volledig onder was, legde ik mijn hoofd te rusten op jouw schouder. Zo zaten we daar in stilte. Seconden-, minuten-, urenlang. Wie zal het zeggen?
In gedachten verzonken, vonden mijn vingers een weg naar de jouwe. Zonder woorden verstrengelden ze zich als boomwortels in de grond. Ik voelde plots een regendruppel op mijn gezicht vallen. En nog een. Er verscheen een gelukzalige glimlach op mijn lippen. Groeien voelde zelden zo tastbaar.
Het is waar wat mijn moeder zegt. Dat mijn ogen blauwer lijken wanneer ik een kledingstuk in dezelfde kleur draag. Wat ze echter niet weet, is dat mijn ogen op hun blauwst zijn wanneer ik ongelukkig ben.
Vandaag brengen ze zelfs de oceaan in verlegenheid.
Heimwee naar iets dat nog moest komen
Soms, heel soms, vraag ik me af of je iets kan missen dat er nog niet was. Zoals die ene pannenkoek die perfect goudbruin gebakken zou zijn als je hem niet in de pan had laten verbranden. De ontluikende vriendschap met het huilende dronken meisje dat je impulsief een troostende schouder had aangeboden in de wc. Of het voldane gevoel dat je zou hebben gehad als je net dat tikkeltje meer doorzettingsvermogen en lef had gehad.
Hoewel het niet bewezen is dat dit soort gemis werkelijk bestaat, doet de groeiende leegte in mijn hart me vermoeden van wel. Steeds vaker verlang ik naar een open einde dat niet meer komen zal.
Het donker is zo overweldigend dat zelfs de sterren er verlegen van worden. Ik steun op mijn ellebogen om rechtop te geraken. Mijn ogen knijp ik tot spleetjes, in een wanhopige poging om mensen van bomen te kunnen onderscheiden. Het besef dat dit niet lukt, bezorgt me een onbehaaglijk gevoel. Ik zou zomaar even omringd kunnen zijn door tientallen mensen die het op en neergaan van mijn middenrif nauwgezet observeren, misschien zelfs turven. Of iemand zou me al een hele tijd vanop een afstand kunnen volgen. Geruisloos, zich verhullend in de verschillende tinten zwart die de lucht rondom me heeft aangenomen. Maar even goed ben ik hier echt helemaal alleen. Met mijn voeten in het gras en mijn gedachten ergens ver weg. Ik weet niet welk scenario me het meeste angst inboezemt. Alleen zijn kan zowel bevrijdend als verlammend werken. En vanavond kan ik moeilijk inschatten wat voor effect het op mij zal hebben.
Vandaag
Vandaag wilde ze maar wat graag schrijven over de advocaat die ze had ontmoet en zijn gebrek aan empathie. Ze poogde de gelukzalige kriebels te omschrijven die ze voelde toen ze wakker werd naast haar favoriete paar ogen en armen. Ze probeerde zelfs de gekke sensatie neer te pennen die door haar lijf ging toen ze besefte dat de pinkende cursor op het lege Word-scherm voor haar op exact hetzelfde ritme als Tamino’s ‘Habibi’ bouncete.
Vandaag wilde ze niets liever dan haar dag met het papier delen, maar ze miste de juiste woorden. Misschien zouden ze morgen wel tevoorschijn komen? Altijd net een dag te laat.
Je kan niet zomaar een dorp van de landkaart vegen
zonder je er ooit voor te moeten verantwoorden.
Zo gaat dat ook bij het breken van een hart.