Het donker is zo overweldigend dat zelfs de sterren er verlegen van worden. Ik steun op mijn ellebogen om rechtop te geraken. Mijn ogen knijp ik tot spleetjes, in een wanhopige poging om mensen van bomen te kunnen onderscheiden. Het besef dat dit niet lukt, bezorgt me een onbehaaglijk gevoel. Ik zou zomaar even omringd kunnen zijn door tientallen mensen die het op en neergaan van mijn middenrif nauwgezet observeren, misschien zelfs turven. Of iemand zou me al een hele tijd vanop een afstand kunnen volgen. Geruisloos, zich verhullend in de verschillende tinten zwart die de lucht rondom me heeft aangenomen. Maar even goed ben ik hier echt helemaal alleen. Met mijn voeten in het gras en mijn gedachten ergens ver weg. Ik weet niet welk scenario me het meeste angst inboezemt. Alleen zijn kan zowel bevrijdend als verlammend werken. En vanavond kan ik moeilijk inschatten wat voor effect het op mij zal hebben.
Previous
Previous
Heimwee naar iets dat nog moest komen
Next
Next