Ik speel graag met woorden, maar nog liever met jou.
Laten we elkaars
ander-halfje zijn.
Er groeien woorden uit mij.
En ik weet soms niet meer
of ze de mijne of de jouwe zijn.
Storm in wording
Telkens wanneer mijn gedachten afdwalen
naar plaatsen die ik niet onder woorden kan brengen
en mijn ogen ophouden met knipperen
zodat mijn bestaan even op pauze wordt gezet.
Dan weet je het, nog voor ik het zelf weet,
en noem je me een storm in wording.
Vreselijk hoe jij altijd gelijk hebt.
Weten: het zit niet gewoon in mijn hoofd.
We voelen dit allebei.
– Het beste gevoel
Ik voel me alleen maar mooi wanneer/ omdat jij het zegt. En ja, dat is een probleem.
Ik las onlangs dat je je na een jaar nog maar 50% van details kan herinneren. Als je er bij stilstaat, verliezen we zo de helft van wat we meemaken. Of erger nog: verzinnen we het. Sindsdien begrijp ik mijn moeder als ze zegt dat ik de architect van mijn eigen leven ben.
Voor jou wil ik gerust de grote lepel zijn.
Onwetend
De laatste keer dat ik een bad nam,
was ook de dag waarop ik mijn oma voor het laatst zag.
Ik stond er toen niet bij stil
dat haar rimpels stilaan de mijne werden.
Piekerend in het lauwe water, omringd door een laagje schuim.
Er is zoveel om te vergeten.
Op proclamaties voelde ik me nog steeds mislukt. Verjaren betekent optellen, maar niet steeds op de goede manier. Onze liefde mocht van jou niet blijven duren. Mensen die de wereld mooier maakten, zijn er plots niet meer. Ik ben bang om niet genoeg te zijn, hoe vaak anderen me ook van het tegendeel proberen overtuigen.
Schreef ik al dat er zoveel is om te vergeten?