Loslaten

Sometimes, all I think about is you. Late nights in the middle of June.

Onze auto komt tot stilstand. De muziek wordt overstemd door het klotsende geluid van de golven. Ik probeer hun grootsheid in te schatten, maar kan hun silhouet moeilijk onderscheiden door de aangedampte autoramen en de achterliggende duisternis. De knoop in mijn maag trekt zich samen. Alsof hij me wilt laten weten dat hij er nog steeds is. Maar hij is de reden dat we hier vanavond zitten, dus vergeten doe ik hem sowieso niet. Ik werp een zijwaartse blik op Flore, die vanuit de chauffeursstoel strak voor zich uit staart. Ik vraag me af of ze ook denkt aan de laatste keer dat we hier aankwamen. We zaten met drie in de auto. Niemand die toen al kon weten dat we maar met twee zouden terugkeren.

“Het is tijd”, zeg ik luider dan gewild. Flore weet dat ik gelijk heb en knikt. Geroutineerd trekken we onze kleren uit. Laagje per laagje. Ik steek mijn handen in de lucht en raak het plafond. Ik laat ze wat zakken en trek mijn grijze kaptrui en T-shirt over mijn hoofd. Een BH draag ik nooit op avonden als deze. Dan buk ik me voorover en knoop één voor één de veters van mijn sneakers los. Ik doe mijn schoenen uit en laat ze op de grond slingeren. Ik trek mijn sokken uit, mijn bijhorende grijze joggingbroek en tenslotte mijn zwarte afgedragen slipje. Ik raap het geheel samen en gooi het in een nonchalante bol op de achterbank, naast die van Flore. Zij rommelt intussen naakt in haar linnen schoudertas. Ze vist er twee handdoeken uit en steekt me er één toe toe. Zo’n felgroen, licht exemplaar van Decathlon, dat je voordeel oplevert bij het inpakken maar je wel doet inboeten op comfort. Ik neem hem dankbaar aan en wikkel hem rond mijn lichaam zodat ik op een menselijke burrito lijk. “Ben je er klaar voor?”, vraagt ze zachtjes. Nu is het mijn beurt om te knikken. Ze zet de grootlichten van de auto aan, waardoor we voor het eerst echt zien wat er voor ons ligt. De hongerige golven vormen een grimmig geheel, alsof ze ons willen verslinden. Ik onderdruk een siddering. Bij acute dreiging heb je de gekende vecht-, vlucht en bevriesreactie, maar wat is de naam voor het gevaar opzoeken? Ik twijfel tussen moed en overmoed. De autosleutel laten we in het contact zitten. Er is immers niemand zo gek om op een dinsdag na middernacht nog naar zee te gaan. 

Synchroon openen we onze autodeur. Mijn benen gaan als eerste op verkenning. Mijn voeten landen op de koude, vochtige zandkorrels. Ik kijk naar Flore die intussen ook naar mij kijkt en we wandelen in stilte het onbekende tegemoet. Iets wat ik veel te lang niet gedaan heb. Of heb moeten doen, want toen Mila er nog was was het leven voorspelbaar. Ik voel een stukje schelp in mijn voetzool prikken. Of is het glas? Ik vervloek mezelf dat ik mijn slippers thuis vergeten ben. Een beginnersfout die ik steeds weer lijk te maken. Het is eb en de zee lijkt verder weg dan ooit. Flore en ik lopen rechtdoor en door. Net voor het water houden we beiden halt, alsof we het zo hebben afgesproken. Ik draai me om en werp een blik op de auto, die als een spotlight op ons schijnt. Dan kijk ik naar Flore die intussen ook naar mij kijkt en we gooien onze handdoeken neer. Stilte voor de storm. Mila zou ons nu succes gewenst hebben.

Vastberaden lopen we de zwarte diepte in. Ik heb het nooit begrepen dat mensen eerst een teen in het water steken om de temperatuur te peilen. Geef mij de korte pijn maar: die pleister eraf, meteen “nee” zeggen tegen een tweede date, in één keer het water in. Geen ruimte voor twijfel. Het koude zeewater reikt tot aan mijn enkels, kuiten, knieën en bereikt vervolgens mijn heupen en navel. Ik laat me achterover vallen en geef me eraan over. De koelte vangt me gretig op. Ik spreid mijn armen en benen en sluit puur voor de vorm mijn ogen. Genieten doe je immers het best met je ogen toe. Wanneer ik ze weer open, zie ik mijn tepels en de bovenkant van mijn tenen boven de golven uitsteken. Er ontsnapt me een giechel, die ik maar met moeite kan inslikken. Even focussen nu. Ik adem diep in en uit. Doe het nog een keer en bij de tweede uitademing laat ik los. Alles, letterlijk. Mijn warme plas verspreidt zich als een energetisch veld rond mijn lichaam en vermengt zich dan met het koele zeewater. Ik voel me vies en schoon tegelijkertijd. De knoop in mijn maag begint zich stilaan te ontspannen. Het voelt alsof ik weer kan ademen. “Dit was de late autorit meer dan waard”, roep ik naar Flore. Ze duikt een golf tegemoet en hoort me niet.

Previous
Previous

Vallen is zo onvoorspelbaar

Next
Next

De schelpentheorie