Hoe ik naar een berg kan kijken en kan schrikken van zijn omvang en hoogte. En het dan voelt alsof ik die nooit beklimmen kan.
En toch antwoord ik met “bergaf” als je vraagt hoe het met me gaat.
Opwarming van de aarde/ mijn hart
Koude winters,
sinds ik jou ken
lijken ze niet meer te bestaan.
Mijn recente tabbladen/ een kijkje in mijn hoofd:
De betekenis van ‘Disco Inferno’. (Blijkt de Latijnse vertaling te zijn van ‘I learn through suffering.’)
De Polarsteps van drie vriendinnen die op reis zijn (geweest).
‘Heeft een krekel een knie?’ (Antwoord: ja, om geluid mee op te vangen.)
En interview met kunstenaar Rinus Van de Velde.
Een recept voor butter chicken met naanbrood. (Spoiler alert: nog nooit uitgetest!)
Of het woord ‘vingermuts’ bestaat. (Wat denk je nu zelf?)
Je lijkt meer oog te hebben voor mijn handleiding in je hand dan voor de lijfelijke versie (ik) die voor je staat.
Het doet me denken aan museumgangers die zich verliezen in infobrochures in plaats van de indrukwekkende
kunstwerken voor hen. Dit besef maakt me droevig en tevreden tegelijkertijd.
Dat ik een over het hoofd gezien kunstwerk ben.
Van ons drie ben ik de enige
die er vandaag aan dacht.
(Dit bedenk ik me net voor het slapengaan. Maar jullie misschien ook wel?)
Ik, die de lijnen van jouw gezicht blindelings kan natekenen.
En jij, die zich amper mijn naam nog herinnert. Laat staan mijn verjaardag.
Misschien hoort het zo wel te zijn.
Gemiste kansen laten zich niet op een hand tellen.
Die zijn weer weg voor je er erg in hebt.